Voorwoord
In 2014 maakte het weblog KindaMuzik een special over Nederlandse cultrock platen. In dat jaar is het precies veertig jaar geleden dat het titelloze album van de band Catapult uitkomt. Een mooie gelegenheid om zanger Cees Bergman op te zoeken voor een interview. En niet alleen om over Catapult te praten, want Cees is – samen met zijn muzikale vrienden van welleer – de man achter veel van mijn guilty pleasures.
Op 24 juni 2016 kruipt Bergman nog eenmaal in de huid van glamrocker. Met zijn band Van Beukenstein speelt hij een ’tribute to Catapult’ op Haringrock in Katwijk aan Zee. Een jaar later, in september 2017, komt Cees Bergman te overlijden.
Het artikel op KindaMuzik beperkt zich tot het album van Catapult. De rest van het verhaal verschijnt op mijn toenmalige weblog (oorspronkelijk gepubliceerd op 14 januari 2014).
Cees Bergman: 35 jaar Cat Music in een paar platendozen
Catapult. The Monotones. The Surfers. Rubberen Robbie. Digital Emotion. Picture. Maar ook producties voor uiteenlopende artiesten als Lia Velasco, Patricia Paay, Andre Hazes en Ome Henk. Achter al deze muziek zit een team van vier muzikanten die niet alleen de hits schrijven, maar ook produceren en inspelen. 35 jaar Cat Music in een paar dozen met elpees. Ik ging op de thee bij Cees Bergman, zanger van de band Catapult, waar het begin jaren zeventig allemaal mee begon.
De insteek van het bezoek is een artikel voor muziekblog KindaMuzik over Nederlandse cultrock platen. De glamrockband Catapult brengt in 1974 een titelloos album uit, met daarop nummers als ‘Let your Hair Hang Down’ en ‘Teeny Bopper Band’. TopPopclipjes op YouTube van jongemannen in bizarre glitterpakken maken het nostalgische plaatje compleet. Een deel van mijn platencollectie blijkt, jaren na aanschaf, een connectie te hebben met Catapult en gemaakt te zijn door dezelfde mensen. Tijdens het interview over Catapult komen dan ook snel de dozen met elpees op tafel. “Hé, die heb ik ook! En die ook! Wat, hebben jullie dat óók gemaakt?”
Catapult
Vanuit verschillende bandjes uit Leiden en Katwijk vormen vijf muzikanten in 1973 een rockband. Het begin van een heuse Nederlandse hitfabriek met een hele lange adem. Zanger Cees Bergman, bassist Aart Mol, gitarist Erwin van Prehn, drummer Geertjan Hessing en tijdelijke de toetsenisten Mike Eschauzier en Elmer Veerhof maken rocksongs zoals die eind jaren zestig door hun grote voorbeelden gemaakt worden. Met een combinatie van covers en eigen werk reizen ze stad en land af om op te treden, tot ze worden opgemerkt door platenproducent en voormalig Golden Earringsdrummer Jaap Eggermont.
Mono
Samen met hem wordt de band omgedoopt tot Catapult en na een inspirerende vakantie in Lloret de Mar is de eerste single een feit. ‘Hit the Big Time’ is een top 40 hit en in rap tempo brengt de band een handvol singles en een album uit. De glamrockrage is geen lang leven beschoren en in de tweede helft van de jaren zeventig is het tijd voor iets anders. Cees Bergman: “We wilden andere muziek gaan maken en dat is in Nederland lastig als ze je eenmaal in een hokje gestopt hebben. Vandaar dat we verschillende stijlen muziek onder verschillende namen zijn gaan uitbrengen. ‘Windsurfing’ als The Surfers en ‘Mono’ onder de naam The Monotones. Overigens staat op de ep van The Monotones wel een nummer wat we al als Catapult hadden uitgebracht: ‘Disco Njet, Vodka Da’. Nog steeds populair in Rusland, op YouTube staan filmpjes van dronken Russen die met een fles vodka in de hand op dat nummer staan te dansen.”
Hitfabriek
Diskjockey Willem van Kooten adviseert de heren, die inmiddels het productiebedrijf Cat Music zijn gestart en een studio in Rijnsaterwoude hebben geopend, om muziek voor anderen te gaan schrijven. Behalve het componeren en het schrijven van teksten, speelt het viertal ook platen in. Ze schrijven nummers voor onder meer Lia Velasco (‘5.05 pm Another Friday Night’), Patricia Paay (‘Who’s that Lady with my Man?’) en de Leidsche rockband Tower (‘See you Tonight’). “Omdat we het zelf konden inspelen en opnemen, scheelde dat geld. Wij werkten voor Eggermont, die de platen produceerde en hij werkte op zijn beurt weer voor Van Kooten die de platen financierde en de concepten bedacht. Vervolgens draaide hij de muziek in zijn eigen dagelijkse programma op Hilversum 3 en streek tegelijkertijd een deel van de royalties op. Dat deed hij goed.”
Begin jaren tachtig maakt Cat Music veel breakdance- en hiphopmuziek en italo. “We maakten al vroeg gebruik van elektronische instrumenten van Arp en Moog en de Roland TR-808. Op dat moment was ook Giorgio Moroder daar mee bezig”. Met projecten als Master Genius (‘Let’s Break’), X-Ray Connection en Digital Emotion (‘Go go Yellow Screen’) gaan ze niet meer zelf de boer op. Cees Bergman: “We huurden dan een paar jongens of meisjes in om die nummers te playbacken op televisie of om in een discotheek een show van een half uur te doen. Op die manier konden wij in de studio doorwerken en deden zij alle optredens”.
Stars on 45
Jaap Eggermont scoort in 1981 zelf een grote hit met het project Stars on ‘45. Gebaseerd op een Canadese bootleg waarop stukjes van Beatles-hits aan elkaar zijn gemixt, maakt Eggermont met tapeloops en verschillende zangers en zangeressen een medley waarmee hij een nummer 1 hit in de Verenigde Staten scoort. Bergman is op ‘Stars on 45’ te horen als zanger van ‘Sugar, Sugar’, oorspronkelijk een hit voor The Archies. De techniek van het loopen van tapes en het juist pitchen van de stemmen wordt gemeengoed en na een aantal Stars on 45 singles gaat Cat Music met hetzelfde idee aan de slag voor Master Genius en Digital Emotion. Voor Rubberen Robbie, het Nederlandstalige (Leidstalige) project van Cat Music, gaan een aantal Nederlandstalige klassiekers in de blender en met ‘De Nederlandse Sterre die Stralen Overal’ haalt de groep de eerste plaats in de Nederlandse hitlijsten.
Rubberen Robbie: porno en een duikbril
Het fenomeen Rubberen Robbie is dan al een aantal jaren bekend in de Leidsche regio. Begonnen als geintje met een parodie op een hit van de Belg Plastic Bertrand is de eerste single in 1978 ‘Geef mij maar Drank’, op de melodie van ‘Ca Plane Pour Moi’. Als B-kantje wordt het melige ‘Zuipen’ opgenomen, wat qua tekst niet veel verder komt dan ‘Heb jij nog wat te zuipen, geef haar nog wat te zuipen’. De VPRO pikt juiste deze B-kant op en begint het op de radio te draaien.
Ondertussen worden Leiden en de directe omgeving aangesloten op het Centraal Antenne Systeem (CAI), waarmee huishoudens via een kabel worden aangesloten op een gemeenschappelijke antenne voor de ontvangst van televisiesignalen. Voor Rubberen Robbie doet zich een kans voor om bekendheid te krijgen. Bergman: “Naast Nederland 1 en 2 kon je dan ook België en Duitsland ontvangen. België 2 stopte om half elf ‘s avonds met uitzenden en een handige techneut had ontdekt hoe je zelf via zo’n zendmast kon uitzenden. Zodra België 2 op zwart ging, sloot hij zijn videorecorder aan en ging pornofilms uitzenden. Binnen de kortste keren wist heel Leiden dat, dus ‘s avonds laat zat iedereen voor de televisie. We raakten in gesprek met die jongen en vertelde dat wij aan het experimenteren waren met korte filmpjes van Rubberen Robbie. Vanaf dat moment zond hij tussen de pornofilms door onze clipjes uit en dat was in de regio een enorm succes. Onze eerste lp kwam uit en die was niet aan te slepen. Toen even later ‘De Nederlandse Sterre…’ op nummer 1 stond werd het echt groot. We waren de Normaal van de randstad geworden.”
André Hazes
In het interview over Catapult vertelt Bergman niet erg happig te zijn op bekendheid. Voor Rubberen Robbie, waarvoor de mannen wel zelf de televisieoptredens doen, gaan ze dan ook vermomd door het leven. “We trokken rare pakken aan en ik had altijd een duikbril op, zodat we niet herkent werden als die jongens van Catapult. Toen Rubberen Robbie groot werd kwam ons dat goed uit. Ik hoorde op straat kinderen ‘De Nederlandse Sterren’ zingen, maar kon zelf gewoon de deur uitlopen zonder dat iemand mij herkende.”
Een van de meest succesvolle samenwerkingen van Cat Music is die met de Amsterdamse volkzanger André Hazes. Voor hem maken ze 39 liedjes, waaronder klassieke hits als ‘Diep in mijn Hart’ en ‘Een Beetje Verliefd’. Bergman: “We zaten vaak met Hazes in de studio en lieten hem dat blues horen. Je had toen vooral van die Nederlandstalige schlagers met accordeon, maar wij introduceerde de gitaar. Hazes was een echte bluesman, die vond dat te gek, maar hij dacht dat de platenmaatschappij het niet wilde. Uiteindelijk hebben we toch die gitaren in zijn muziek gebracht en dat sloeg enorm aan.”
Break
Veel van de dance- en italoplaten die Cat Music maakt worden uitgebracht door Break Music. “Daar zat iemand achter die zelf veel platen importeerde en in Nederland via platenwinkels verkocht. Hij exporteerde onze producten dan bijvoorbeeld naar Amerika waar het dan als special import werd verkocht. Dat liep als een trein”. Onder andere ‘Woodpeckers from Space’, uitgebracht als The Video Kids, wordt een wereldwijde hit op Break Music. “Op een gegeven moment ging hij echter hele dure producties maken van het geld wat wij nog van hem tegoed hadden. Uiteindelijk is Break daardoor failliet gegaan en hebben wij tonnen aan inkomsten verloren. Het heeft ons bijna de studio gekost, maar met andere producties zijn er we weer bovenop gekomen.”
Als begin jaren negentig de muziekmarkt instort, wordt het voor Cat Music ook moeilijk om nog platen te verkopen. “We zijn toen luisterboeken gaan maken en we hebben duizenden ringtones gemaakt. Het geld moest toch blijven komen. We zijn ook veel in opdracht van derden gaan maken, Smurfenplaten, Telekids, dat soort dingen. En we doen de muziek voor Ome Henk.” Daarnaast produceert Cat Music kinder DVD’s, muziek voor commercials en voetbalsongs.
Alles beschikbaar
Op 1 januari 2013 sluit Cat Music de deuren van de studio in Rijnsaterwoude voorgoed . Het pand is verkocht, de apparatuur eruit gehaald. Bergman heeft een deel verhuist naar een kleine studio in zijn huis, waar hij nog steeds muziek maakt. De studio is dicht, maar Cat Music als entertainmentproductiebedrijf bestaat nog steeds en beheert de rechten van alle muziek. Daarnaast werkt het viertal nog met een aantal Nederlandstalige artiesten en produceren ze een aantal exclusieve songs voor de BNN-serie Van God Los. “We hebben alles wat we ooit gemaakt hebben op iTunes en Spotify gezet. Zo komt er tenminste nog iets binnen. Mensen klagen wel dat Spotify weinig oplevert, maar het is beter dan het illegaal downloaden van een aantal jaar geleden.”
Van Beukestein
Stoppen met de studio betekent niet dat Bergman is gestopt met muziek. Hij is zanger van de gelegenheidscoverband Van Beukenstein en maakt in zijn thuisstudio nog steeds muziek. “Ik heb een rockachtergrond en die muziek ligt me ook nog steeds het beste. Van alles wat we gedaan hebben, ligt Catapult toch het dichts bij me. Vooral in de jaren negentig hebben we hele veel meuk gemaakt, housebeats enzo, ik vind dat bagger. Wat ik nu aan house hoor ook, dat kan iedereen met een computer maken tegenwoordig. Er zijn wel weer goede rockbands nu en ik luister veel naar singer-songwriters. Die zijn veel beter dan in de jaren negentig. Met Van Beukenstein spelen we oude rockklassiekers. ‘Child in Time’ bijvoorbeeld, wat Deep Purple zelf al lang niet meer speelt, doen wij nog wel. Ik haal die hoge noten namelijk nog steeds.”
Moet het verhaal van Cat Music niet in een boek worden vastgelegd? “Een boek? Wie zit daar nou op te wachten? Dat interesseert toch niemand ene fuck. Ik zet af en toe singlehoesjes van Catapult op mijn Facebookpagina en filmpjes van Van Beukenstein op YouTube. Uitbrengen heeft geen enkele zin meer tegenwoordig. Alles wat ik nu nog doe, doe ik puur voor de lol.”